Viewing entries tagged
Gelei

Comment

Kweeperen en Gelei

Het is dik herfst en dan is het steevast kweeperentijd. Dat zijn die grote gele en keiharde peren die je wel ziet liggen bij Turkse supers. Wat moet je ermee vraag je je dan af.
De kweepeer is één van de oudste gecultiveerde vruchtbomen en komt oorspronkelijk uit het noorden van Perzië. Zo eten kan je dus niet hard, zurig en dus niet lekker. De kweepeer moet je bereiden tot jam, gelei, compote of gewoon als smaakmaker. Hij heeft een onmiskenbaar aangename geur en zo is de smaak ook na bereiding.

Ik heb de kweepeer al jong leren kennen, omdat mijn tante (ze groeiden bij haar in de tuin) kweeperen voor onze familie meenam. Heerlijk vond ik het, gewoon op een toastje met roomboter.

Inmiddels maak ik die gelei zelf. Moeilijk is het helemaal niet en ik zal het graag met je delen.

Koop kweeperen, zeg 2 kilo. Was en schron de peren goed en snijd ze in stukken. Doe de stukken in een pan en zet de peren onder water. De pan op het vuur en het water aan de kook brengen. Als het kookt op een plaatje zo zacht mogelijk laten borrelen. Dan geduld. Na een uur kleurt het water al wat, maar je wilt een mooie dieprode kleur en dan moet je misschien wel 6 uur wachten. Dus als de kleur naar je zin is zet jet het vuur uit en laat alles afkoelen. Giet het vocht door een fijne passeerdoek en leg de stukken peer in de doek in een vergiet zodat ook het vocht in de peren er uit kan lekken. Een beetje duwen mag ook.

Neem een hele grote pan. Weeg het kweepeersap en voeg per kilo het gezeefde sap van 1 citroen toe en breng de boel aan de kook. Voeg dan per kilo sap 750 gram bio kristalsuiker van Van Gilse (EkoPlaza) toe. Goed roeren dat de suiker mooi oplost. De massa aan de kook brengen, blijf erbij staan want het gaat straks schuimen. Wat je doet is het inkoken van de massa om ervoor te zorgen dat je staks ook gelei krijgt en geen dik sap. Door het koken gaat de pectine uit de kweeperen een verbinding aan met het zuur en met het inkoken wordt de suiker ook dikker tot een vaseline achtige consistentie.. Om te bepalen wanneer de juiste gelering is bereikt is het het makkelijkste om af en toe een beetje gelei met een lepel uit de pan te nemen en in ijswater te koelen. Als er een vel opkomt is de gelei klaar. Dat kan je ook op temperatuur controleren, de massa is dan 106 graden Celsius.

Is de gelering naar wens, dan kan het vuur uit en je kan het schuim met een schuimspaan afscheppen.

Voor opslag kan je oude jampotten gebruiken die je goed hebt gereinigd en hebt laten drogen in een oven van 120 graden. Giet de gelei erin en draai de dop goed vast.

De gelei blijft eindeloos goed en je kan hem dus heerlijk op een toastje eten, samen met wat kaas, door de kwark of in een mooie wildsaus.

Comment